Wenen was verassend mooi. Een hoop overblijfselen van het in die tijd machtige Hapsburgse rijk zijn goed bewaard gebleven, en maken een behoorlijk imposante indruk. Midden in het centrum van Wenen bijvoorbeeld is een gigantisch palijzencomplex, en iets meer naar de rand van de stad palijs Schonbrunn, met een prachtige tuin erachter vanwaar je heel Wenen kan overzien. Eigenlijk ben ik net een dag te vroeg weggegaan, maar ik had de boot naar Bratislava al geboekt en het hostel in Wenen was niet bepaald goedkoop. Met de stroom mee was de boot binnen een uur in Bratislava, waar ik wederom naar een hostel op zoek ging. In mijn reisgids staan er verschillende aangegeven, en omdat je toch niet weet wat je kan verwachten van een hostel, ga ik als eerst op zoek naar de goedkoopste op een redelijke locatie. De veronderstelling dat Slowakije goedkoop was werd hard de grond in gestampd toen ik voor 1 nacht in het hostel 20 euro en 40 cent neer moest tellen. Het duurste hostel tot nu toe. Waar ik me ook niet van bewust was is het feit dat Slowakije begin dit jaar naar de euro overgestapt is. Dus na heel zorgvuldig al mijn kleingeld in Wenen opgemaakt te hebben, had ik het hier weer nodig. s’avonds in het hostel ben ik een paar inheemse Slowaken tegengekomen, die me de ins en outs van Slowakije uitgelegd hebben.
Bratislava is een leuke stad, maar niet meer dan een dag waard. Desalniettemin stond ik verast te kijken toen ik op het oude stadsplein een kraampje met tulpen, koffie en appeltaart op een bordje zag staan. In het Nederlands! Daarnaast kwam ik een poffertjeskraam tegen, en even verderop een Heineken bierkraam. Het bleek dat er toevallig net een of ander festival aan de gang was, genaamd "Made in Holland". Om de een of andere reden hadden de Slowaken nogal graag hollandse kaas en hollandse bloemen. Na dit alles eens goed bekeken te hebben en ook de rest van de stad gezien te hebben, ben ik naar het zuiden gelopen, waar ik alweer op de grens heb geslapen, ditmaal de Oostenrijks-Slowaakse grens. De grensgebieden zijn ideaal om mijn tentje op te zetten, omdat dit meestal een grote groenstrook is waar geen hond komt.
De volgende dag was het mooi weer, dus besloot ik te gaan lopen naar de Hongaarse grens, deels omdat ik niet zeker wist of de grens al open is sinds de toetreding van Hongarije tot de EU, en deels omdat het niet zover was. Eenmaal op de grens was het duidelijk dat deze niet meer gecontroleerd werd. Een verlaten grensstation stond eenzaam tussen de 2 landen in. Na iets verder gekeken te hebben, zag ik dat een stel kwajongens hier al hadden huisgehouden. De deur was opengebroken en binnen was een groot deel van de ruiten ingegooid. Ik speelde met de gedachte om hier mijn slaapplaats van te maken, en toen ik een afgelegen kamertje zonder glas op de vloer vond wist ik het zeker. Voor de derde keer sliep ik op de grens. |