Istanbul... Een stad waar oost en west elkaar ontmoeten. Een gigantische stad waar meer mensen wonen als in heel Nederland. En ook mijn eerste doel. Het voelt nu ik hier eindelijk ben alsof ik een reis afgerond heb en nu aan de volgende begin. Ik werd door de jongen die me een lift gaf (en zei dat hij Engels sprak maar geen hol snapte van wat ik zei) rond zonsondergang afgezet in de buitenwijken van deze monsterstad. Op een stukje braakliggend land vond ik 2 vierkante meter vlakke grond wat voldoende is voor mij om de nacht door te brengen. De volgende dag ontwaakte ik door honderden imams die de stad wekten voor het eerste gebed van de dag. Ik raapte mijn boeltje bij elkaar en ging weer op pad. De reisgids die ik had was voor oost Europa, en Turkije zat daar niet bij. Ik had geen kaart van de stad en ook geen Turks geld. Het was dus een behoorlijke missie om naar het centrum te komen. Uiteindelijk heb ik een gratis lift van een taxichauffeur gekregen die me enigzins in de goede richting bracht. In Sultan Ahmed, het historische centrum heb ik een hostel voor 2 dagen geboekt en ben ik op zoek gegaan naar een reisgids van Turkije. Na deze gevonden te hebben ben ik de stad gaan bekijken. En er valt veel te zien. Te veel voor 2 dagen. Gelukkig ben ik via couchsurfers een student tegengekomen die me gratis in zijn huis liet slapen. Het voordeel hiervan was dat ik ook de campus op kon komen en hier in de avond spotgoedkoop een maaltijd waar je u tegen zegt kon krijgen.
In Kroatie was ik Anna tegengekomen, een Amerikaanse meid die Engelse les had gegeven in Praag maar omdat haar werkvergunning gewijgerd werd gedeporteerd was uit de EU, en die nu als au-pair in Istanbul werkte. Ik kon dus niet vertrekken voordat ik haar nog even gezien had. Ook heb ik een stapeltje post opgehaald bij het postkantoor. Het was prettig om weer eens Nederlands te kunnen lezen. Zelf had ik ook een zooitje om naar huis te sturen, waaronder een CDtje met alle foto’s, een hussie souvenirs en wat leesmateriaal waar ik inmiddels doorheen was. Om de stad uit te komen heb ik een boot naar de overkant van de Marmarazee genomen, vanwaar ik weer door kon liften. Hoewel Istanbul een prachtige stad is was ik blij om er weg te zijn en weer in mijn eentje een slaapplek in de heuvels te kunnen vinden.
Ik ben naar Troje gelift, een stad die tot de verbeelding spreekt. Om de beroemde stad met de onneembare muren in te kunnen beelden heb je toch behoorlijk wat inbeeldingvermogen nodig, mede omdat er hier 9 steden op elkaar gebouwd zijn, de eerste daterend van 4000 jaar geleden. Al deze steden zijn gedeeltelijk opgegraven wat het een ingewikkeld geheel maakt.
Na Troje ben ik doorgelift naar Pergamon, waar een van de eerste ziekenhuizen ter wereld staat. Een oude romeinse ruine waar het teken van de slangen die tegenwoordig op iedere apotheek te vinden is vandaan komt. In het Asclepion, het ziekenhuis, werd verondersteld dat je net zoals een slang zijn oude huid achterlaat hier je ziektes achterliet. Na Pergamos ben ik doorgegaan naar de volgende romeinse ruinestad, Ephesos. het stadje Selcuk, vlakbij Ephesos had een hostel waar ik me weer nestelde. Gezien de hitte die hier soms tot boven de 40 graden op kan lopen en het feit dat het hostel een zwembad had, kon ik me er niet toe zetten om er te vertrekken. Tot er een groep Britten aankwam die aan de mongol rally meededen. Deze rally houdt in dat ze met de auto van Engeland naar Ulaan Bator, de hoofdstad van Mongolie rijden voor een goed doel. Deze britten boden mij een lift aan naar Cappadocia, wat mijn volgende doel was. De groep bestond uit 2 meiden in een combo, en 3 jongens in een Suzuki Alto. Ik kreeg een plekje achterin de Suzuki, die volgens de regels van de rally een motorinhoud van minder dan een liter had. Cappadocia ligt in het midden van Turkije, wat een kleine 2 dagen rijden was. De Britten sliepen net als mij meestal buiten en kookten hun eigen eten, maar omdat ze met de auto waren hadden ze iets meer vooraad bij zich, wat in uitgebreide maaltijden resulteerde. De tweede dag stopten we bij een tankstation voor benzine, waar een lokale turk opmerkte dat er benzine lekte van onder de auto. De Britten gingen aan het repareren en de Turken haalden er een paar stoelen bij en maakten een kringetje. Onder het genot van een bakkie thee genoten ze van de show en gaven veel hulpvolle tips in het Turks, waar we geen hol van snapten. Uiteindelijk was het lek gedicht, kregen we allemaal een gratis kopje thee en konden we weer onderweg.
In de avond kwamen we in Cappadocia aan, een buitengewoon landschap ontstaan door een serie vulkaanuitbarstingen 30 miljoen jaar geleden. Door erosie van het zachte gesteente wat achtergebleven was is er een uniek landschap ontstaan. In vroegere tijden hebben mensen in deze zachte ondergrond complete steden gegraven waar ze tijdens een aanval van vijandige volkeren 6 maanden konden overleven in sommige steden met wel 20.000 mensen. Deze steden zijn nu open voor publiek en we besloten een stad in te gaan. Een enorm ondergronds stelsel van gangen en kamers verspreid over 6 tot 7 verdiepingen maakt het een onmogelijk labyrint. Daarom huurden we voor 2,5 euro per persoon een gids die ons rondleidde en alles over de geschiedenis vertelde. Hierna hebben we nog een aantal uit rots gehouwde kerken en wat andere bijzondere spelingen van de natuur bekeken.
Na afscheid genomen te hebben van de Britten ben ik naar het zuiden gelift, richting Syrie. Toen ik s’ochtends wakker werd in een boomgaard in de buurt van Adana en ik weer begon te liften, werd ik opgepikt door een Turk die mechatronisch ingenieur was en die op weg was naar zijn werk. Hij vond het geweldig dat ik hetzelfde gestudeerd had en liet me de hele fabriek zien, waarna hij mij naar het viersterren hotel van zijn oom bracht, waar ik gratis een nacht mocht blijven. Na Adana en een hele comfortabele nacht ben ik naar Antakya gelift, waar ik wederom in een boomgaard mijn bed opmaakte. s’Avonds lag ik nog wat lag te lezen toen ik iets langs mijn schouder zag bewegen. Toen ik beter keek zag ik dat het een schorpioen was die langs kwam kruipen. Gelukkig besteedde deze schorpioen geen aandacht aan mij en kon ik rustig gaan slapen. De volgende dag heb ik de kerk van sint Peter bekeken, de eerste christelijke kerk ter wereld die in een grot gebouwd is, waarna ik naar de grens gelift ben. Ik had geen visum voor Syrie (Die officieel vooraf geregeld moet zijn), maar ik besloot het erop te wagen er op de grens een te krijgen. Eenmaal daar aangekomen ontmoette ik een Amerikaan die al 4 uur op zijn visum zat te wachten, dus ik bereidde me voor op een lange wachttijd. In het kantoor van de grenswacht die de visas regeld werd me gevraagd waar ik vandaankwam. Toen ik het woord Nederland liet vallen dacht de man geen 2 keer na en stampte zijn stempel in mijn paspoort. Ik werd vriendelijk doorverwezen naar de paspoortcontrole en kon zo doorlopen Syrie in. Goddank voor de goede internationale relaties van Nederland. |